Bron: Osho
Een aantal jaar geleden las ik onderstaand verhaal. Dit sprak mij zo aan dat ik het heb opgeslagen. De essentie van dit verhaal is, voor mij, precies waar het omgaat. Het onderstreept mijn visie op het leven en de uniciteit van ieder mens.
Een koning wandelde zijn tuin in en trof daar verdorrende en wegkwijnende bomen, struiken en bloemen aan. De eik zei dat hij doodging omdat hij niet zo hoog kon worden als de pijnboom. Toen de koning zich naar de pijnboom keerde, bleek die het er helemaal bij te laten hangen omdat hij geen druiven kon dragen zoals de wijnstok. En de wijnstok was aan het doodgaan omdat hij niet kon bloeien als een roos. De koning zag het viooltje bloeien en er zo fris op staan als ooit. Op zijn vraag kreeg hij dit antwoord:
`Ik ging ervan uit dat u mij geplant hebt omdat u viooltjes wilde. Als u een eik had gewild, een wijnstok of een roos, had u die wel geplant. Daarom dacht ik dat ik zo goed als ik kan maar moet zijn wat u zich hebt voorgesteld. Ik kan alleen maar zijn wat ik ben en ik probeer dat zo goed als ik kan te zijn.’
Jij bent hier omdat het bestaan je nodig heeft zoals je bent. Anders had hier wel iemand anders rondgelopen, je had van het bestaan niet de kans gekregen er te zijn, het bestaan zou je niet voortgebracht hebben. Zoals je bent ben je de vervulling van iets heel essentieels, iets heel fundamenteels.
Als God nog een Boeddha had gewild, kon hij zoveel Boeddha’s hebben gecreëerd als hij maar wilde. Hij heeft maar één Boeddha geschapen en dat was voor hem genoeg en hij was met dit viooltje uitermate tevreden. Sedertdien heeft hij niet nog een Boeddha gemaakt en ook niet nog een Christus. In plaats daarvan heeft hij jou geschapen. Besef eens hoeveel respect het universum daarmee aan jou heeft betoond! Jij bent uitverkoren, niet Boeddha, niet Christus, niet Krishna. Er is nu meer behoefte aan jou, dat is de reden. Jij past nu beter. Hun werk zit erop, zij hebben hun aroma al aan het bestaan gegeven. Nu is het jouw beurt om jouw aroma aan het bestaan te geven.
Maar de zedenmeesters, de puriteinen, de priesters blijven maar preken afsteken en je hartstikke gek maken. Tegen een roos zeggen ze: `Je moet zorgen dat je een lotus wordt.’ En tegen een lotus zeggen ze: `Wat doe jij hier? Je moet heel anders worden.’ Ze maken de hele tuin wild. Alles begint te verwelken: het is niemand gegeven om iemand anders te zijn, dat kan gewoon niet.
Dat is wat met de mensheid is gebeurd. Iedereen speelt komedie. De echtheid, de waarachtigheid is zoek, iedereen probeert te laten zien dat hij iemand anders is. Kijk eens goed naar jezelf: je doet alsof je iemand anders bent terwijl je alleen maar jezelf kunt zijn. Het kan niet anders, het is nooit anders geweest, het is een onmogelijkheid dat je iemand anders bent. Je blijft wie je bent. Je kunt ervan genieten en tot bloei komen of je kunt wegkwijnen als je er niet van wilt weten.
Je kunt geen verbeteringen aanbrengen aan jezelf. Je hoort mij niet zeggen — luister goed — dat er niet iets verbetert maar je kunt die verbeteringen niet zelf aanbrengen. Zodra jij ophoudt met jezelf te willen verbeteren, zal het leven dat doen. In die ontspanning, in die aanvaarding ontfermt het leven zich liefdevol over je, gaat het leven je doorstromen.
Er is nooit iemand zoals jij geweest en er zal ook nooit meer iemand zoals jij komen. Je bent gewoonweg uniek, onvergelijkbaar. Accepteer dit, geniet ervan, vier het. In die viering zul je de uniekheid van de anderen, de onvergelijkbaarheid van de anderen beginnen op te merken. Liefde is alleen mogelijk bij een totale acceptatie van jezelf, de ander, de wereld. Acceptatie schept het milieu waarin liefde kan groeien, de bodem waarin liefde tot bloei kan komen.
Leave a Reply